Geborgen in Gods hand

Zegenen

Pater Karel stond bekend onder de mensen als de pater met de zegenende handen. Het is al een heel oude gewoonte dat mensen elkaar zegenen. In het boek Numeri zegenen de priesters het Joodse volk, God sprak: ‘Zo moet ge mijn naam op de Israëlieten leggen en ik zal hen zegenen. Deze zegen is langs een verre weg en door de vele eeuwen heen gegaan. Hij werd uitgesproken in het voorhof van de tempel in Jeruzalem, later ook in machtige kathedralen, in kerken en kapellen. De paus spreekt elk jaar met Kerstmis en Pasen het ‘Urbi et Orbi’ uit, in deze zegen voor stad en wereld mogen alle mensen zich gezegend weten.

Geborgenheid ervaren

Zo mogen we ons geborgen weten in Gods hand, maar dit betekent ook een opdracht naar ons, om ook een zegen te zijn voor onze familie en de mensen die wij ontmoeten op onze levensweg. Als christenen mogen wie deze geborgenheid al ervaren als bij de doopplechtigheid de voorganger zijn hand bij het kind op het hoofd legt. Een gebaar dat Jezus ook doet in het verhaal waar Hij zegt: Laat de kinderen tot Mij komen. We vinden dit zowel bij Marcus als bij Lucas.

Pater Martin de Korte cp